Misselijkheid & braken bij chemotherapie

Wat doen we er aan?

Misselijkheid en braken zijn naast haaruitval de meest bekende en meest voorkomende bijwerkingen van chemotherapie. Ongeveer 60-80% van de patiënten die chemotherapie ondergaan ervaren klachten van misselijkheid en braken. Om het optreden van misselijkheid en braken zoveel mogelijk te voorkomen kunnen zogenaamde anti-emetica voorgeschreven worden. Dit zijn medicijnen die het optreden van misselijkheid en braken kunnen minimaliseren en die ook de mate van misselijkheid en braken verminderen.

Ondanks het starten van deze anti-emetica blijven sommige patiënten last houden van misselijkheid en braken, wat kan leiden tot een verminderde kwaliteit van leven. Des te belangrijker is het om deze bijwerkingen zoveel mogelijk te voorkomen.

Er zijn drie soorten misselijkheid en braken bij chemotherapie

1. Acute misselijkheid & braken Treedt <24 uur na toediening van de chemotherapie op.

2. Vertraagde misselijkheid & braken Treedt >24 uur na toediening van de chemotherapie op.

3. Anticipatoire misselijkheid & braken Kan optreden vóór, tijdens of na toediening van de chemotherapie. Angst of stress zijn hier vaak de oorzaak van.

Risico op misselijkheid & braken

Jongeren en vrouwelijke patiënten hebben een groter risico op het ontstaan van misselijkheid en braken dan ouderen en mannelijke patiënten. Daarnaast zijn ook het geneesmiddel, de dosering en de frequentie van de chemotherapie allemaal van invloed op de mate waarin misselijkheid en braken optreden. Niet iedereen die dezelfde chemotherapie ondergaat ervaart immers dezelfde klachten. Bij chemotherapie is per geneesmiddel het risico op het ontstaan van misselijkheid en braken bekend. Met deze informatie kan het totale risico van deze bijwerkingen berekend worden.

5 risicocategorieën in %

Categorie Risico op misselijkheid 1. Geen 2. Minimaal <10% 3. Laag 10 - 30% 4. Matig 30 - 90% 5. Hoog >90%

Richtlijnen Anti-emeticagebruik

De chemotherapie-trajecten binnen Zuyderland zijn ingedeeld in vijf categorieën, afhankelijk van het risico op misselijkheid en braken.

Per categorie, wordt er een combinatie van anti-emetica voorgeschreven om het optreden en/of de mate van misselijkheid en braken te verminderen. Deze verschillende combinaties hebben een additief effect. Dat wil zeggen dat de afzonderlijke middelen elkaars effect versterken. Bij chemotherapie die een hoog risico op misselijkheid en braken heeft wordt een uitgebreidere combinatie van deze medicijnen geadviseerd dan wanneer dat risico laag is. De medicatie, die al dan niet in combinatie met elkaar wordt voorgeschreven, betreft met name metoclopramide, ondansetron, dexamethason, netupitant/palonosetron en olanzapine. In totaal betreft het 15 tot 24 tabletten die 4 tot 5 dagen na de chemotherapie moeten worden ingenomen. Dit alles is vastgelegd in protocollen (richtlijnen).

Effect anti-emetica

Binnen Zuyderland wordt door de arts na elke kuur het optreden en de mate van misselijkheid en braken vastgelegd op een schaal van 0 (geen klachten) tot 4 (veel klachten). Aan de hand van deze score wordt gekeken of de voorgeschreven medicijnen voldoende effectief zijn, of dat er nog iets aan toegevoegd moet worden om de klachten bij een volgende kuur verder te minimaliseren. Op die manier kan er per patiënt gehandeld worden. Daarnaast wordt sinds 2011 het voorschrijven van anti-emetica bij chemotherapie elke drie tot vijf jaar geëvalueerd. Daarbij zijn de geregistreerde klachten van patiënten die chemotherapie ondergingen erg belangrijk.

Aantal in te nemen medicijnen verminderd

Tussen 2011 en 2021 is er nogal wat veranderd. Er wordt nu meer gebruik gemaakt van medicijncombinaties die elkaar versterken (een zogenaamd additief effect), maar ook vooral van combinatiepreparaten (tabletten of capsules waarin twee medicijnen gecombineerd worden). Dit laatste is voor de patiënt erg prettig omdat deze dan minder medicijnen hoeft in te nemen.

Minder optreden van misselijkheid en braken

Het optreden van misselijkheid en braken bij het gebruiken van chemotherapie is verminderd. In 2011 had nog 61% van de patiënten die chemotherapie ondergingen last van misselijkheid en braken. In 2021 was dat gedaald naar 47%. Dit najaar 2022 wordt er opnieuw een onderzoek gedaan. De verwachting is dat er dan weer een daling in het optreden van misselijkheid en braken te zien zal zijn.

Hoe nu verder?

De richtlijnen om misselijkheid en braken te voorkomen en te verminderen, worden regelmatig aangepast op basis van richtlijnen en/of eigen ervaring. Daarom is het belangrijk dat u als patiënt bij de arts aangeeft òf en eventueel in welke mate u last heeft gehad van misselijkheid en braken. Op die manier wordt duidelijk of de huidige richtlijnen voldoende werken, of dat ze moet worden aangepast. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat zo min mogelijk patiënten, die chemotherapie ondergaan, misselijkheid en/of braken hoeven te ervaren!