Wat is blaaskanker?
Blaaskanker staat in de top 10 van de meest voorkomende kankersoorten in Nederland. Het aantal nieuwe blaaskankerdiagnoses nam de afgelopen jaren toe mede door de vergrijzing. De verwachting is dat dit de komende jaren nog verder zal stijgen naar ruim 8.000 in 2032. Blaaskanker komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De meeste patiënten zijn ouder dan 60 jaar, waarbij de grootste groep tussen de 70 en 79 jaar is.
Oorzaken van blaaskanker
Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op blaaskanker vergroten. De belangrijkste risicofactor is roken. Rokers hebben ongeveer 3x zoveel kans op het krijgen van blaaskanker als niet-rokers en ongeveer 30-50% van de blaaskankergevallen wordt hierdoor veroorzaakt. Stoppen met roken is daarom belangrijk. Dit geldt ook voor mensen die al blaaskanker hebben. De kans dat blaaskanker terugkomt is namelijk kleiner als er gestopt wordt met roken.
Andere risicofactoren
• Chemische stoffen: het gaat hierbij vooral om stoffen die gebruikt worden om kleurstoffen te maken zoals in de textiel-, plastiek-, en rubberindustrie.
• Langdurige irritatie van de blaas: bijvoorbeeld door chronische blaasontsteking, blaasstenen of een verblijfskatheter in de blaas.
• Voor bepaalde vormen van blaaskanker bestaat een erfelijke aanleg. Dit is meestal in combinatie met darmtumoren (syndroom van Lynch).
Zorgprofessionals kunnen een grote rol spelen om de maatschappelijke bewustwording met betrekking tot de risicofactoren te vergroten. Wijs de patiënten op de effecten van roken en verwijs ze voor eventuele hulp naar erkende instanties.
Symptomen van blaaskanker
Het belangrijkste symptoom van blaaskanker is zichtbaar bloed in de urine (macroscopische hematurie) waarbij het plassen vaak niet pijnlijk is. In alle gevallen van macroscopische hematurie dient verwijzing naar de uroloog plaats te vinden voor nader onderzoek.
Andere klachten die mogelijk kunnen passen bij blaaskanker zijn:
• Microscopisch bloed in de urine
• Veelvuldig blaasontstekingen
• Een veranderd plaspatroon (bijvoorbeeld de plas slecht op kunnen houden)
• Gewichtsverlies
• Aanhoudende koorts.
Uit onderzoek blijkt dat de kennis onder de bevolking over blaaskanker alarmerend laag is. Men is niet bekend met de symptomen van blaaskanker of weet niet hoe serieus deze diagnose kan zijn. Als men wel symptomen heeft, zoals bloed in de urine, zoekt niet iedereen medische hulp. Dat terwijl een vroege diagnose het sterftecijfer zal verlagen.
Soorten blaaskanker
Blaaskanker ontstaat in de meeste gevallen vanuit het slijmvlies van de blaas wat ook wel het urotheel wordt genoemd.
Meestal is er dus sprake van een • urotheelcelcarcinoom.
Zeldzamere vormen zijn onder andere: • kleincellig blaascarcinoom, • plaveiselcelcarcinoom • adenocarcinoom
Diagnose blaaskanker
De diagnose blaaskanker wordt gesteld door middel van een blaaskijkonderzoek (cystoscopie) en soms aanvullend urineonderzoek en beeldvormende onderzoeken (bijvoorbeeld een CT scan).
Er wordt onderscheid gemaakt tussen niet-spierinvasieve en spierinvasieve blaaskanker. In 70-80% van de gevallen is de blaaskanker bij diagnose niet-spierinvasief.
Niet-spierinvasieve blaaskanker In dit stadium is de tumor niet in de spierlaag van de blaas gegroeid, maar alleen in het urotheel of in het urotheel én bindweefsellaag van de blaas (stadium Ta, CIS of T1).
Spierinvasieve blaaskanker Hierbij is de tumor doorgegroeid tot in de spierlaag van de blaas (stadium T2, T3 of T4).
Behandeling van blaaskanker
Verschillende factoren beïnvloeden de keuze van de behandeling, zoals het type blaaskanker, stadium van de ziekte en de aan- of afwezigheid van uitzaaiingen. Maar ook de conditie van de patiënt en zijn of haar wensen spelen een rol.
De verschillende behandelingen kunnen afzonderlijk of in combinatie worden toegepast.
Behandelingen • Endoscopische blaastumorverwijdering (transurethrale resectie van de blaastumor (TURBT))
• Chirurgie: verwijderen van de hele blaas (radicale cystectomie). Er wordt een urinestoma of een neoblaas aangelegd.
• Blaasspoelingen: spoelingen met chemotherapie of immunotherapie.
• Chemotherapie.
• Bestraling van de blaas.
• Immunotherapie.