Aandacht voor cultuurverschillen is essentieel

Hoe vind je eigenlijk statushouders die willen werken? En dan? Hoe ga je als zorginstelling om met bijvoorbeeld taal- en cultuurbarrières. In een ronde tafel gesprek beantwoorden de kartrekkers van de Limburgse BBL-pilot de meest prangende vragen over het project In de zorg - Uit de zorgen.

Hoe verliep de werving en selectie voor de BBL-opleiding?

De werving en selectie van kandidaten was een uitdaging op zich, weet werkgeversadviseur Yvonne Cootjans van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Sittard-Geleen: “Je zou denken dat het heel simpel is om vraag- en aanbod bij elkaar te brengen. Maar dit project vraagt om een specifieke, intensieve selectie. Op vacatures, uitgezet bij de afdeling arbeidsparticipatie van Vluchtelingenwerk en alle Limburgse gemeenten kwamen vijftig reacties. Vanaf de eerste intake bij de gemeente is met hulp van Vluchtelingenwerk veel aandacht besteed aan perceptie en verwachtingen.”

Kaveh Pour, regiomanager Vluchtelingenwerk Zuid Nederland vult aan: “Met onze kennis en ervaring van culturen kunnen we mensen met elkaar verbinden. Zo voorkom je bijvoorbeeld miscommunicatie als je weet dat het in veel culturen not done is om over je talent te praten.”

Yvonne Cootjans: “Het is heel belangrijk om goed uit te vragen welk beeld vluchtelingen van de zorg in Nederland hebben. Is er bijvoorbeeld bereidheid om mensen van het andere geslacht te wassen? Motivatie is cruciaal. Een ander belangrijke voorwaarde is taal. Om in te kunnen stromen moeten statushouders taalniveau A2, liefst B1 hebben.”

Hoe worden eventuele taal- en cultuurbarrières overwonnen?

Else van Selst, manager opleidingen Zuyderland Zorgcentra: “Gilde Opleidingen heeft echt een speciale opleiding ontwikkeld voor deze statushouders. Een belangrijk extra onderdeel is de nul-fase, een fase van zes maanden met aandacht voor perceptie en verwachtingen van zowel de statushouders als collega zorgmedewerkers. In die zes maanden proberen we cultuurverschillen te bespreken maar ook taalproblemen en onbekendheid met jargon en zorgprotocollen.”

Hoe verloopt de opleiding?

Else van Selst: “In september starten alle statushouders die hun stage goed doorlopen met de tweejarige BBL-opleiding tot helpende niveau II. Ze beginnen met vier dagen school en één dag vrij om nog andere zaken te kunnen regelen. Vanaf de herfst wordt het drie dagen school, één dag werken en zo werken we steeds meer toe naar werkend leren in de praktijk. Zuyderland Zorgcentra biedt een baangarantie voor iedereen die de opleiding afrondt.”

Yvonne Cootjans: “Tijdens de opleiding kunnen statushouders bij de gemeente terecht voor extra begeleiding door een jobcoach. Dat is maatwerk. Per cliënt kijken we welke plooien we moeten gladstrijken. Dat kan zijn op het gebied van taal, kinderopvang, noem maar op. Of kandidaten tijdens de opleiding hun uitkering houden verschilt per persoon.”

Else van Selst: “Mocht tijdens de opleiding blijken dat niveau II te makkelijk is, dan kunnen we de opleiding opschalen naar niveau III en IV of HBO. Zo werkt het ook andersom: als niveau II niet haalbaar is, kijken we wat wél mogelijk is.”

Kunnen ook andere zorginstellingen en gemeenten met dit project aan de slag?

Leon Lemeer, directeur werkgeversorganisatie Zorg aan Zet: “Zeker! Het grootste succes van In de zorg - Uit de zorgen is dat we met alle partners tot een blauwdruk zijn gekomen waarvan andere zorginstellingen en gemeentes nu kunnen leren. Alle kennis en ervaring die we opdoen, worden via onze site www.idz-udz.eu gedeeld. Andere regio’s kunnen met onze informatie en tools zo aan de slag. Onze bedoeling is om dit project verder binnen en buiten de provincie uit te rollen.”