Ontlastingstest spoort kanker in vroeg stadium op

Jaarlijks krijgen meer dan 14.000 mensen de diagnose darmkanker. Om aandacht te vragen voor de risicofactoren en alarmsignalen is maart internationaal uitgeroepen tot maand van de darmkanker. Voor de Businessclub Zuyderland aanleiding om MDL-arts Annick van Nunen uit te nodigen als spreker over het belang en nut van goede darmkankerscreening.

Zuyderland Sittard-Geleen is één van de vier locaties in Nederland die de ontlastingstest voor het bevolkingsonderzoek naar darmkanker mag uitvoeren. Deze test is een groot succes, bracht het RIVM onlangs naar buiten: 3,85 miljoen mensen stuurden hun ontlasting tussen 2014 en 2017 op voor screening. Dat is 70 procent van de mensen tussen 55 en 75 jaar.


Waarom is dat nou zo belangrijk? Annick van Nunen: “Darmkanker is een veelvoorkomende ziekte: vier procent van de mensen krijgt darmkanker. Dat aantal willen we omlaag brengen door screening vanaf 55 jaar, want dan neemt de kans op darmkanker toe. Komt de ziekte voor in de familie, dan loopt het risico op naar zes tot tien procent. Bij een genetisch defect is het risico nog groter en kan in bepaalde gevallen worden overwogen de dikke darm preventief te verwijderen.”

Darmkanker kan ontstaan uit poliepen in de dikke darm die zich in ongeveer tien tot vijftien jaar kunnen inwikkelen tot kanker. Van Nunen: “Het is dus belangrijk om poliepen op tijd te vinden. Dat wil zeggen voordat ze zich ontwikkelen tot tumoren.”


Bloedsporen in de ontlasting betekent niet per definitie dat iemand kanker heeft, maar wel dat er een verhoogd risico is. Als tijdens de test bloed wordt aangetroffen, dan volgt nader kijkonderzoek. Oftewel: een coloscopie. Tussen 2014 en 2017 kregen 180.000 mensen naar aanleiding van de ontlastingstest een kijkonderzoek. “Bij tweederde van de patiënten zijn poliepen gevonden, bij ruim de helft gevorderde poliepen. Acht procent had daadwerkelijk darmkanker”, aldus Van Nunen. Met het bevolkingsonderzoek verwacht het RIVM in de nabije toekomst 2.250 sterfgevallen door darmkanker te voorkomen.

400.000 poeptesten per jaar

Het hoog geautomatiseerde Klinisch Chemisch & Hematologisch Laboratorium van Zuyderland in Sittard-Geleen doet jaarlijks 400.000 ontlastingstesten voor darmkankeronderzoek. Hoe dat gebeurt? Dat licht klinisch chemicus en hoofd van de afdeling Henne Kleinveld toe tijdens een presentatie vol aardige plaatjes, cijfers en feitjes.

Mannen en vrouwen tussen de 55 en 75 jaar krijgen om de twee jaar vanzelf een oproep voor de test. Met een eenvoudige, hygiënische zelfafnametest doen zij niet teveel en niet te weinig ontlasting in een buisje en sturen dat in een envelop op. De testresultaten ziet Zuyderland zelf niet. Deze worden direct vanuit het lab, digitaal, beveiligd en geanonimiseerd doorgegeven aan de landelijke database van het bevolkingsonderzoek darmkanker.


Overigens wordt in Zuyderland Medisch Centrum voor vrijwel elk preventief onderzoek en elke diagnose een beroep gedaan op het laboratorium. Daarnaast spelen labuitslagen een belangrijke rol bij behandelingen en prognoses. Op het laboratorium van Zuyderland Medisch Centrum in Sittard-Geleen en Heerlen werken circa 340 mensen. Ongeveer de helft werkt als bloedafname medewerker, die op de poliklinieken maar ook in de regio en bij patiënten thuis bloed afneemt. Het laboratorium verwerkt per dag vier tot vijfduizend aanvragen voor onderzoek. Ruim veertig procent komt van externe aanvragers, met name huisartsen.

“Ik wilde zelf mee beslissen over mijn lichaam”

Met de chronische darmziekte colitis ulcerosa had advocaat Robert Ruiter (53) uit Mariarade een verhoogd risico op darmkanker. In 2012 én 2018 werd de ziekte bij hem vastgesteld. “Over mijn behandeling had ik een sterke eigen mening”, vertelt Ruiter op openhartige wijze. “Ik wilde geen stoma als dat niet per se moest en dat is ook niet gebeurd. Door de artsen van het Zuyderland voelde ik me erg goed gehoord.”

Shared decision making, oftewel samen beslissen, is een hot item in de zorg. Als arts en patiënt samen tot een behandelplan komen, levert dat vaak betere zorg op. Daar weet Ruiter alles van. In 2012 werd voor de eerste keer darmkanker bij hem geconstateerd. “Een heftige periode waarin ik even niks meer kon. Mijn dikke darm werd verwijderd, daarna kreeg ik een naadlekkage. Ik lag een week lang doodziek op de IC. Het duurde bijna 1,5 jaar voordat ik weer behoorlijk kon werken.”


Ruiter kon goed leven zonder dikke darm. Maar in 2018 keerde de kanker helaas terug, dit keer in zijn endeldarm. “Het eerste wat ik dacht: ‘Alles goed en wel, maar ik wil geen stoma.’ Daar had ik slechte ervaringen mee, dus dat was eens maar nooit meer.”


“De chirurg van het Zuyderland luisterde goed naar mijn argumenten en stemde in met een endeldarmsparende TEM-operatie. Mijn endeldarm beek na die operatie echter alsnog te slecht om te behouden en dus werd met behulp van de TaTME techniek via pouch in de dunne darm een verbinding naar buiten gemaakt. Dat was geen eenvoudige klus en de chirurg heeft alles op alles moeten zetten om een goede aansluiting te realiseren. Maar hij wist hoe belangrijk dit voor mij was. Dit was natuurlijk weer een zware periode, maar het herstel ging veel sneller dan in 2012, mede dankzij de TaTME techniek.”


“Een stabiel thuis was in die periode voor mij een belangrijke houvast. Mijn leven is voorgoed veranderd. Als carnavalist in hart en nieren kan ik helaas geen tien bier en een shoarmaschotel meer verdragen. Ook op mijn werk moest ik een stapje terug doen. Op slechte dagen ga ik overdag wel tien en ’s nachts drie keer naar het toilet, maar op goede dagen is dit aanzienlijk minder. Het alternatief, een stoma, is voor mij echter geen optie. Ik heb nu geleerd om met mijn ziekte te leven en dat gaat nu, nog geen jaar na de operatie, al heel goed. Ik ben heel blij en dankbaar dat ik in overleg met de arts zelf over mijn lichaam mocht beslissen.”