Twee jonge promovendi aan het woord
Iris Laven (29) en Koen Verkoulen (28) zijn promovendi bij Zuyderland
Een promovendus is iemand die wetenschappelijk onderzoek doet binnen een vakgebied en hier een proefschrift over schrijft. Aan het einde van het promotietraject moet de promovendus zijn of haar onderzoek verdedigen voor een groep deskundigen. Dit hele proces duurt meestal twee tot vier jaar.
Iris heeft technische geneeskunde gestudeerd. Deze studie richt zich op het toepassen van technologie en technische kennis in de geneeskunde om de diagnose, behandeling en zorg voor patiënten te verbeteren.
Koen heeft de studie geneeskunde afgerond en een jaar gewerkt als basisarts op de afdeling chirurgie. Koen is waarschijnlijk nog anderhalf jaar bezig met zijn onderzoek.
Zowel Iris als Koen doen op de afdeling longchirurgie hun onderzoek. Longkanker is een groot gezondheidsprobleem, met name in deze regio. Binnen Nederland is Zuyderland een van de grootste ziekenhuizen met jaarlijks de meeste nieuwe longkankerpatiënten. Als topklinisch opleidingsziekenhuis gespecialiseerd in minimaal-invasieve longoperaties, - ook wel kijkoperaties genoemd -, is het uitvoeren van onderzoek voor Zuyderland zeer belangrijk om de zorgkwaliteit hoog te houden. Samen met een team (een onderzoekcoördinator, datamanager en longchirurgen) verrichten we onderzoek om de patiëntenzorg rondom longkankeroperaties te optimaliseren.
Iris Binnen het onderzoek van Iris, zijn er drie focusgebieden: ‘Bij longkanker is vaak een operatie nodig en hiervoor worden steeds nieuwe technieken ontwikkeld om de operatie en de zorg eromheen te verbeteren. Ik heb onder andere gekeken naar de verschillen tussen operatietechnieken, maar ook naar de vraag hoe snel een nieuwe operatietechniek aan te leren is. Minimaal-invasieve technieken hebben doorgaans voordelen zoals minder pijn, kortere hersteltijd, minder littekens en een lager risico op complicaties vergeleken met traditionele chirurgie.
Daarnaast doet Iris onderzoek naar het gebruik van 3D-scans.‘Van een CT scan kan ik een 3D longmodel maken, dat gebruikt kan worden om tijdens een longoperatie beter in te schatten hoe de tumor het beste, veiligste en met de juiste marge verwijderd kan worden. Hier komt mijn technische achtergrond goed te pas.’
Samen met Koen werkt Iris aan het derde gedeelte van haar promotieonderzoek: het drainbeleid. Na een longoperatie wordt er altijd een drain geplaatst, dat is een slangetje dat geplaatst wordt in de borstholte om lucht of vocht af te voeren. Iris en Koen zijn aan het onderzoeken of een drain voor iedereen nodig is. Bij kleine longoperaties blijkt het voor sommige patiënten veilig te zijn om de drain weg te laten. Patiënten kunnen dan sneller naar huis. Voor grotere longoperaties, proberen ze met onderzoek met behulp van digitale metingen te bekijken welke patiënt geen drain nodig heeft’
Koen: ’Het digitale drainsysteem wordt aan het einde van de operatie even aangesloten op een computer waarbij de luchtstroom geanalyseerd wordt. Afhankelijk van deze metingen wordt besloten of de patiënt wel of niet een drain nodig heeft. Een drain kan na de operatie ongemak geven zoals pijn, een trekkend gevoel, minder bewegingsvrijheid en een langere opnameduur.’
Koen Koens wetenschappelijk onderzoek bestaat ook uit drie delen. Behalve het onderzoek naar de drain, analyseert hij ook CT-scans waarbij hij met behulp van computertechnieken kijkt naar de hoeveelheid en kwaliteit van spiermassa en vetweefsel.
Koen: ‘Deze gegevens voorspellen, samen met een longfunctie- en bloedonderzoek, welke patiënt een betere overlevingskans heeft. Deze zogenoemde body composition willen we gaan gebruiken als aanvulling op de standaarduitslagen, om zo de juiste en minst belastende behandeling te kiezen.’
Het derde gedeelte gaat over uitzaaiingen naar de lymfeklieren bij longkanker. Er zijn verschillende manieren om dit te onderzoeken. De PET-scan, een scan waarmee met radioactieve stof overactieve gebieden in het lichaam zichtbaar worden gemaakt (o.a. kankercellen), is de huidige standaard. Daarnaast kunnen er cellen weggenomen worden uit lymfeklieren middels een bronchoscopie (een medische procedure waarbij een dunne buis via de mond of neus naar de luchtwegen wordt geleid en een stukje uit de lymfeklier wordt genomen). Dit onderzoek kan soms ook via de slokdarm worden uitgevoerd (endo-echografie).
Koen: ‘Een derde techniek is de VAMLA (Video-Assisted Mediastinal Lymphadenectomy). Dit is een chirurgische ingreep waarbij gebruik wordt gemaakt van videobeelden om lymfeklieren in de ruimte tussen de longen te verwijderen via een kleine snee in de hals. Koen kijkt bij welke patiënten een VAMLA toegevoegde waarde heeft gehad.
‘De VAMLA is een operatie met kans op complicaties. Voor het uitsluiten van uitzaaiingen in de lymfeklieren tussen de longen lijkt de VAMLA heel nauwkeurig. Als de patiënt uitzaaiingen blijkt te hebben, wordt de kanker niet verwijderd met een operatie, maar wordt behandeld met bestraling en chemotherapie.’ Ook onderzoekt Koen of dat inderdaad het juiste behandeltraject lijkt te zijn voor deze patiënten. Dit onderzoek doet Koen samen met een andere collega.
Verbeteren patiëntenzorg Het verbeteren van de patiëntenzorg is de belangrijkste drijfveer om wetenschappelijk onderzoek te doen. Dit kan op het gebied zijn van nieuwe technologie en innovatie, maar ook om de kwaliteit van de huidige zorg te evalueren. Veiligheid voor de patiënt is ook een belangrijk onderwerp van onderzoek, net als de kosten van de zorg.
Iris: ‘Een onderzoeksresultaat kan de reden zijn dat de standaardzorg aangepast wordt. Regelmatig wordt de vraag gesteld of alles wat de patiënt ondergaat de beste zorg is.’
Als een onderzoek is goedgekeurd, wordt dit (internationaal) gepresenteerd. Het is belangrijk dat kennis gedeeld wordt en dat anderen ook weten wat er al onderzocht is. Soms geeft ook de media-aandacht aan bepaalde onderzoeksresultaten. Koen benadrukt dat uitleg door een specialist belangrijk is.
‘Het komt voor dat er resultaten geciteerd worden maar dat er onvoldoende wordt uitgelegd dat dit alleen voor een bepaalde groep mensen geldt.’
Iris Iris hoopte dit jaar nog te promoveren. Ze stuurde haar proefschrift op in juli en na goedkeuring kon ze een datum prikken voor de verdediging. Koen hoopt in 2026 zijn onderzoek te verdedigen. Bij het proefschrift hoort ook een lekensamenvatting. Dit is een begrijpelijke en toegankelijke samenvatting van wetenschappelijk onderzoek of een medisch onderzoek, speciaal geschreven voor niet-specialisten en het bredere publiek. Dit kan iedereen lezen en staat openbaar op de website van de Universiteit Maastricht.
Wetenschappelijk onderzoek doen is een optie en geen verplichting voor de opleiding tot technisch geneeskundige of medisch specialist.
Iris: ‘Ik heb onderzoek gedaan om mij te oriënteren op mijn verdere carrière. Ik heb besloten om onderzoek te blijven doen, omdat ik zie dat je hiermee veel kan betekenen voor de patiëntenzorg. Het voelt zeer waardevol om mijn bijdrage hieraan te kunnen leveren, en in mijn onderzoeksgebied te kunnen werken aan een betere kwaliteit van zorg en leven voor patiënten met (long)kanker.’
Koen Koen wil uiteindelijk graag chirurg worden en een promotie met wetenschappelijk onderzoek geeft betere kansen op de arbeidsmarkt.
Koen: ‘Ook denk ik dat ik een completere dokter ga worden omdat ik onderzoek heb gedaan. En het maakt het extra bijzonder dat dit juist in longchirurgie is omdat mijn moeder jong is overleden aan longkanker. Dat maakt het voor mij nog waardevoller.’