Begeleiding van patiënten tijdens wetenschappelijk onderzoek

Ineke Winkens (59) is researchverpleegkundige en werkt bij het trialbureau Interne Geneeskunde van Zuyderland Medisch Centrum. Zij en haar 3 collega’s coördineren de verschillende processen die er zijn bij het opstarten en uitvoeren van klinisch medisch wetenschappelijk onderzoek en zorgen dat dit gebeurt volgens de geldende wet- en regelgeving.

Trialbureau

‘De patiënt met kanker is onder behandeling bij een oncoloog of een verpleegkundig specialist en deze zijn op de hoogte van de actuele klinisch medisch wetenschappelijke onderzoeken waarin de Interne Geneeskunde van Zuyderland Medisch Centrum participeert. Zij kijken of de patiënt geschikt is om mee te doen aan een bepaald onderzoek. Als dat het geval is, neemt de arts of verpleegkundige contact op met het trialbureau.

Wij begeleiden de patiënten tijdens hun deelname aan betreffende onderzoek vanaf dit eerste moment. Ook vertellen wij wat het in de praktijk betekent zoals welke onderzoeken er nodig zijn en welke behandelingen er zullen volgen. Soms vindt er een loting plaats waardoor de behandeling willekeurig wordt bepaald. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de reguliere behandeling en de behandeling die wordt onderzocht. Al deze informatie staat ook geschreven in de patiënten informatiefolder. De patiënt krijgt deze informatie mee om thuis op zijn gemak te lezen en rustig na te denken over deelname. Besluit de patiënt mee te doen nadat hij of zij vragen heeft kunnen stellen aan de arts, dan wordt er een overeenkomst getekend: het zogenoemde informed consent formulier." Vanaf dat moment praten we trouwens niet meer over patiënten maar over proefpersonen.’

Onderzoek

Ineke houdt zich bezig met de onderzoeken die gedaan worden op de afdeling Interne Geneeskunde en dan met name oncologie. Er wordt veel klinisch medisch wetenschappelijk onderzoek gedaan binnen het trialbureau Interne Geneeskunde; op dit moment zo’n 48 onderzoeken.

‘Bij het uitvoeren van het onderzoek zijn er vaak procedures die afwijken van de standaardprocedures. Het is onmogelijk om dat allemaal te onthouden en daarom zijn er researchverpleegkundigen die ondersteuning bieden aan de andere professionals om het onderzoek volgens protocol uit te voeren. Dit is belangrijk omdat de verkregen onderzoeksgegevens betrouwbaar moeten zijn en de procedures nauwgezet dienen te worden gevolgd. Wij maken per onderzoek en per proefpersoon een Excel-document. Hierin is compleet uitgewerkt wat er in het onderzoek moet worden uitgevoerd en wanneer.’

Ineke is verantwoordelijk voor 6 tot 7 studies en het werkdocument is zo uitgewerkt dat een collega researchverpleegkundige de werkzaamheden over kan nemen bijvoorbeeld tijdens een vakantie. Er wordt bijgehouden waar de proefpersoon in het traject zit en wat er bij de volgende visite moet gebeuren.

Trialassistenten & datamanagers De researchverpleegkundigen worden ondersteund door trialassistenten en datamanagers. De assistent zorgt voor alle hand- en spandiensten. Ook zorgt zij voor het bijhouden van het papieren- of digitale onderzoek dossier dat nodig is bij een klinisch medisch wetenschappelijk onderzoek. De datamanagers voeren alle gegevens in die gevraagd worden bij een onderzoek in de verschillende computersystemen. Dan moet je denken aan metingen zoals bloeddruk, uitslag CT-scan, een opname in het ziekenhuis of bijwerkingen van bepaalde medicatie. Al deze gegevens zijn nodig om onderbouwd te kunnen vergelijken of de onderzochte behandeling het verwachte resultaat heeft opgeleverd. Vaak gaat het om onderzoek naar nieuwe medicatie en/of behandeltrajecten. Dit zijn lange trajecten, met soms wel een looptijd van 5 tot 6 jaar looptijd.’

Optimale begeleiding

Ineke en haar collega’s zijn laagdrempelig te benaderen als een proefpersoon vragen heeft.

‘Dit vinden we belangrijk omdat we de proefpersonen optimaal willen begeleiden en een hoge kwaliteit van zorg willen leveren. We vragen soms ook extra inspanningen van de proefpersonen. Dan moet je denken aan een extra laboratoriumonderzoek, het invullen van vragenlijsten of bijhouden van een dagboek. Hierover kunnen vragen ontstaan die we snel willen kunnen beantwoorden om de proefpersoon maximaal te ondersteunen.

De proefpersonen doen met een onderzoek mee omdat dit mogelijk betere uitkomsten geeft voor het verloop van de ziekte. Er zijn ook mensen die zelf geen baat hebben bij een eventuele nieuwe behandeling en die meedoen om behandelingen in de toekomst te verbeteren voor andere patiënten.

De proefpersoon mag op elk moment stoppen zonder een reden te geven. De veiligheid van de proefpersoon staat altijd voorop. Als er te veel bijwerkingen optreden, kan het onderzoek ook door de onderzoeker worden stopgezet.’

De vier fasen van klinisch onderzoek

Fase 1 Dit onderzoek wordt uitgevoerd met gezonde deelnemers en richt zich op de veiligheid van het nieuwe medicijn. Hierbij worden de optimale dosering en mogelijke bijwerkingen getest.

Fase 2 In deze fase wordt het medicijn getest op een beperkte groep van 25 tot 50 deelnemers. Hierbij ligt de focus op de effectiviteit van het medicijn. In deze fase zijn de veiligheid en bijwerkingen al deels bekend.

Fase 3 Dit onderzoek wordt uitgevoerd met een grote groep proefpersonen, variërend van 100 tot 2000 of meer. Het doel is om zeldzamere bijwerkingen te identificeren en om de effectiviteit van het nieuwe medicijn te vergelijken met de standaardbehandeling of een placebo. Dit is de grootste fase en wordt vaak uitgevoerd als dubbelblind onderzoek. Bij dubbelblind onderzoek weten de onderzoekers en ook de deelnemers niet wie het nieuwe medicijn, de standaardbehandeling of de placebo krijgt.

Fase 4 Deze fase vindt plaats nadat het medicijn is goedgekeurd en op de markt is gebracht. Het doel is om langetermijneffecten te observeren, zoals bijwerkingen die optreden na jaren van gebruik.