Tijdens het MDO wordt alles rondom de patiënt besproken: welke klachten heeft de patiënt, sinds wanneer, hoe ontwikkelen deze klachten zich, en welk onderzoek is al gedaan. "Voor deze uitgebreide besprekingen is een goede voorbereiding nodig, vooral omdat we ook elkaars patiënten bespreken. Dit zorgt direct voor kwaliteitsbewaking, doordat we elkaars werk beoordelen en bespreken. Het bevordert onze professionele ontwikkeling en zorgt voor een hogere standaard van zorg. We bespreken gemiddeld ruim tien patiënten, waarbij een complexe casus veel tijd in beslag neemt. Alle overwegingen en behandelopties worden besproken. Patiënten met uitzaaiingen worden in principe iedere vier maanden besproken en patiënten met een primaire tumor iedere drie of zes maanden. Patiënten met een meningeoom worden niet standaard besproken als de situatie stabiel is."

Er zijn veel specialisten betrokken bij de behandeling en opvolging van patiënten met hersentumoren, wat soms verwarrend kan zijn voor patiënten.

"Bij patiënten met uitzaaiingen in de hersenen is de longarts of oncoloog de hoofdbehandelaar en houdt de regie over de behandeling en is het aanspreekpunt in geval van complicaties van behandeling en nieuwe klachten. De neuro-oncoloog is dan betrokken voor alleen de neurologische complicaties. Als er verdenking is op een primaire hersentumor, is de neuro-oncoloog het aanspreekpunt. Wanneer er op een scan een tumor in het hoofd gevonden wordt, dan is het soms nodig om een hersenbiopt of hersenoperatie te ondergaan. De patiënt wordt dan doorverwezen naar de neurochirurg. Deze voert een biopsie of operatie uit en bespreekt de diagnose met de patiënt. Vervolgens wordt de patiënt doorverwezen naar de volgende specialist, zoals de bestralingsarts of oncoloog, die dan de hoofdbehandelaar wordt. Als de behandelingen zijn afgerond en de patiënt in de follow-up fase komt, wordt de neuro-oncoloog weer het aanspreekpunt.”