De (late) gevolgen van kanker

Dirk Peek is anesthesioloog- pijnbestrijder in Zuyderland Ziekenhuis en vertelt dat neuropathie een veel voorkomende klacht is bij kanker. Het is een aandoening waarbij de perifere zenuwen (de zenuwbanen die door het hele lichaam lopen) beschadigd raken. Dit veroorzaakt onder andere gevoelloosheid, tintelingen en pijn in de voeten en/of armen.

Ongeveer 55% van de patiënten krijgt neuropathische pijnklachten tijdens of na de behandeling van kanker en ongeveer 30% houdt klachten.

Er zijn verschillende oorzaken voor neuropathie bij kanker. De bekendste is de bijwerking van chemotherapie. Chemotherapie tast ook de zenuwcellen aan. Als deze cellen beschadigd zijn, gaan de zenuwcellen signalen uitzenden waardoor er neuropathische pijnen ontstaan. De klachten die de patiënt krijgt, is afhankelijk van het type chemotherapie.

Andere oorzaken zijn de operatie die nodig is geweest bij de behandeling, bestraling of de kanker zelf. De tumor drukt op een zenuw waardoor deze beschadigd raakt. Het is soms een moeilijke keuze voor de oncoloog; door de heftige klachten van neuropathie de dosering van de chemotherapie wijzigen of niet? Het wijzigen kan gevolgen hebben voor de levensverwachting maar de pijn heeft negatieve effect op de kwaliteit van leven. Patiënten kunnen bijvoorbeeld niet meer goed staan of lopen.

Medicatie De behandeling van neuropatische klachten is gericht op symptoombestrijding. De eerste keuze is medicatie. De oncoloog start vaak al met medicatie die werkt tegen zenuwpijnen. Goede voorlichting is nodig om dat de medicijnen die helpen bij zenuwpijnen ook wordt voorgeschreven bij mensen met depressie of epilepsie. Dit geeft wel eens verwarring. Deze medicatie kan bijwerkingen hebben maar bij de meeste patiënten nemen de bijwerkingen af na ongeveer twee weken. Deze medicatie is niet verslavend.

Pleister met capsaïcine Naast medicatie kan er ook gekozen worden voor een lokale behandeling. Er wordt een pleister met daarin capsaïcine geplakt die vervolgens een uur moet blijven zitten. In deze pleister zittend stofjes die zich binden aan de overprikkelde zenuwcellen waardoor ze minder gevoelig worden voor pijn. Deze pleister wordt in de dagkliniek opgeplakt en heeft weinig bijwerkingen. Soms voelt het wat branderig waardoor de pleister ook Peperpleister wordt genoemd. Als de pleister effect heeft, kan deze behandeling om de drie maanden worden herhaald. Collega anesthesioloog-pijnbestrijder D. Hoofwijk doet ook een onderzoek op de pijnkliniek Zuyderland naar de effectiviteit van de pleister.

Transcutane elektrische neuro stimulatie (TENS) Een andere therapie is TENS (Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie). Het is een vorm van therapie waarbij elektrische schokjes via elektroden op de huid worden gegeven om pijn te verlichten. Deze elektroden worden meestal op of in de buurt van de pijnlijke gebieden geplaatst. Deze behandeling heeft geen bijwerkingen maar kan niet gedaan worden bij mensen met een pacemaker of zwangere vrouwen.

In beweging blijven Soms hebben mensen met neuropathie de neiging om niet te bewegen omdat ze pijn hebben. Het is juist belangrijk om wel in beweging te blijven en daarbij helpt fysiotherapie. Het trainen van balans, stabiliteit en kracht wordt geoefend. Ook is een bezoek aan de ergotherapeut een goede stap. Hier kan de patiënt advies krijgen over bijvoorbeeld aanpassingen in huis en het gebruik van hulpmiddelen.

Complementaire zorg

Er kan ook gekozen worden voor Complementaire zorg. Bij deze zorg is er geen wetenschappelijk bewijs en kan deze keuze duur zijn. Wel kan het verlichting geven. Daarnaast kunnen pijnstillende crèmes, accupunctuur of medicinale cannabis een optie zijn, maar deze zorg en middelen moeten altijd in goed overleg met behandelend arts worden besproken.

Complementaire zorg

Oncologisch team

Neuropathie heeft grote invloed op het dagelijks leven inclusief eventueel werk dat de patiënt verricht. Zuyderland beschikt over een oncologisch team met veel kennis. De korte lijnen zorgen ervoor dat overleg makkelijk is en snel kan. Soms gaat neuropathie spontaan over maar het is niet te voorspellen bij wie dat het geval gaat zijn. Samen met de patiënt moet er een goede afweging worden gemaakt voor zowel de korte als de langere termijn.